Als schrijver kun je je van heel wat trucs bedienen om een tekst meer 'jus' te geven, levendiger te maken, of interessanter, of om kracht bij te zetten. Dat kan met literaire foefjes die aangeduid worden als stijlfiguren. Daarvan zijn er nogal wat. Toen ik ze bij het schrijven van dit blog even checkte, was ik verrast door de vele variaties aan technieken en las ik aanduidingen waarvan ik nog nooit had gehoord. Gelukkig hebben de meeste chique benamingen ervan ook een vertaling, voor de meer simpele geesten, zoals ik. Maar laat ik ook eens elitair doen: persoonlijk gebruik ik graag de hyperbool. Zo, dat is er uit! Natuurlijk weet u allemaal wat daarmee wordt bedoeld, maar ik vertaal het toch even, opdat ik het zelf niet vergeet: overdrijving. Ik kom daar zo op terug.
Het vervelende van het gebruik van trucjes is dat niet iedereen ze begrijpt. En dan kunnen er gekke dingen gebeuren. Dat is in het algemeen natuurlijk al zo, als iemand een boek niet begrijpt zoals het is bedoeld, of de sfeer van het boek niet oppikt - je hebt de lezers nu eenmaal niet altijd voor het uitkiezen, of je kiest ze wellicht verkeerd... Maar als je er nog een portie saus overheen gooit, dan kunnen er processen in gang worden gezet waar de honden geen brood van lusten. Kijk, hier ben ik eigenlijk alweer aan het 'hyperbolen' - ik weet best dat dit geen werkwoord is, dit noem ik maar 'dichterlijke vrijheid', wat weer staat voor: de schrijver maakt zelf wel uit welke taal hij gebruikt. Zie dat als een voortdurend proces van taalvernieuwing, althans pogingen daartoe. In dit verband is het wel goed op te merken dat elk nieuw woord op termijn goed kan zijn, als de groep het maar oppikt. Zo niet, dan zullen de critici het een taalfout noemen. Taal is geen wiskunde, maar een sociaal contract, om in de termen van een nieuwe politieke partij te blijven. En ook in taal heb je altijd autonomen, die de gangbare taal niet willen accepteren. Dat is nou het mooie aan vrijheid en democratie, tenminste: zolang Forum maar uit de buurt blijft.
Maar zie, ik ben aan het uitweiden, en dat is nou net weer geen stijlfiguur, althans kreeg ik dat als zodanig niet bevestigd. Laat ik me tot de kern beperken. Mijn vorige blog is behoorlijk uit de hand gelopen en daarom moet ik nu verantwoording afleggen. Als er iets is dat ik verafschuw, dan is het dat, maar aan sommige dingen ontkomt een mens niet. Wat was er dan zo erg aan dat blog, zult u zich afvragen. Nou, vooruit, ik draai er niet meer omheen: ik heb een hyperbool gebruikt, en eigenlijk was het ook nog eens een metafoor, dus ik ging mij dubbelop te buiten. Ja, ik beken!
Is dat dan een probleem? Kijk dit mag wellicht een retorische vraag worden genoemd, ook een stijlfiguur, maar deze is ongevaarlijk. Geen lezer die de vraag gaat beantwoorden. Maar mijn hyperbool in de vorige blog ging een eigen leven leiden. In mijn geestdrift om duidelijk te maken dat ik erg mijn best moet doen om pseudoniemen en auteurs uit elkaar te blijven houden en nog erger: geheim te houden wat geheim moet blijven, heb ik overdreven. Nederig buig ik mijn hoofd.
De indruk is wellicht gewekt dat ik een notoire wijndrinker ben, en daardoor wellicht bij tijden loslippiger dan ik zou willen. Maar daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Dat was na verschijning van die tekst ook niet het punt van ongemak. De mensen in mijn omgeving zijn ermee bekend hoe die vork in de steel zit. Voor alcoholvrije wijn hoef je geen wijnkelder aan te leggen. Meer dan een bubbeltje bij heel speciale gelegenheden is het al jaren, niet meer dan dat. Nee, die wijnkelder ging onbedoeld met het stukje op de loop. De wijnkelder die op slot moet, tja, het was een groteske vorm van overdrijving, beeldspraak ook.
Zo kon het gebeuren dat mij niet over het onderwerp van de blog vragen werden gesteld, maar wel hoe dat met die wijnkelder zat. 'Ik wist niet dat je een wijnkelder had.' 'Waar zit die kelder dan bij jullie?' 'Hebben jullie een mooie verzameling? Wat zoal?' 'Big business zeker, dat uitgeven?' En dan licht ik nog maar een tipje van de sluier op.
Mensen, luister! Er is geen wijnkelder, echt niet, er is slechts een nauwe, vochtige kruipruimte, waar desgevraagd geen wijn graag zou willen liggen; er is zelfs geen sierlijk wijnrek (meer), maar we moeten het doen met een paar plastic vormen in de koelkast, waar wel eens witte wijn ligt. Het moet uit de lucht, want anders krijg ik straks het imago van een patser met wijnkelder, wordt de indruk gewekt dat het geld met bakken binnenstroomt en aan luxe wijnen wordt uitgegeven en het een noch het ander is juist. Alleen 'uitgeven' en 'met bakken' zijn overeenkomstig de waarheid. Uitgeven is hier ook nog eens heel dubbelzinnig bedoeld, en dat is nou ook weer een stijlfiguur. U moet maar proberen het te begrijpen.
Dat kan er dus gebeuren als je overdrijft. Je denkt dat het grappig is, maar het lachen zou je weleens kunnen vergaan.
Ik hoop het hier bedoelde misverstand hiermee voor eens en altijd uit de wereld te hebben geholpen.
17-11-2023
blogger: Aldert Schuil
(en nu maar hopen dat men dit stukje begrijpt zoals het is bedoeld :)😉